40 Giswil naar Hasliberg

Hitte in de bergen

De Transsuisse route steekt naar het Vierwoudstedenmeer om de meest historische plekken van de Zwitsers te bekijken: Flueliranft met een heel oude bedevaartskerk en de Ruetiwiese, van Wilhelm Tell. De weg is in 1992 uitgezet, ter gelegenheid van het 700 jarig bestaan van de staat. Vandaar.

Wij gaan daarentegen naar de pas naar het Wallis onderweg. Daarvoor eerst naar de Lungenersee en dan naar de Bruenigpas. Het gaat echt heet worden, we willen vroeg weg.

Ook de Chinezen eten vroeg in hun eigen eetzaal. Wat eten ze dan, vraag ik de bazin. Ze zegt: ik kook rijst, extra ei en worstjes, dan vinden ze het prima. Wij eten gewoon Zwitsers ontbijt. We lopen een eindje richting Giswil en dan omhoog langs een asfaltweg. Geen verkeer, wel flink stijgen. Voor fietsers staan er aanmoedigende aanwijzingen hoe ver ze al zijn. Langs de kant zien we Edelweiss, denken dat het verwilderd is. Al behoorlijk warm komen we bij het groene meer. Waarom is het zo groen? Weten we niet. We lopen er langs aan de stille kant. Veel vlinders. De bergen rijzen boven ons uit, veel sneeuw in de verte.

Bij het dorpje Lungern willen we koffie, dat kan in een groot hotel, in een hoge zaal. Lekker koel denken we al om 11 uur. Dan op naar de Brunig pas. Nu gaan we eerst omhoog tot we bij het spoor komen. Dat is hier met een keertunnel aan het stijgen, wij doen het te voet in een groot bos. Dan langs het spoor, niet meer zo steil. Pauze bij de Bergkapelle, een klein stil kerkje. Er wordt al voorbereid voor het feest vanavond, iedereen is vrij. Weer verder langs de weiden en langs het spoor. We zien een bordje naar een natuurvriendenhuis en steken daarheen omhoog. Als we zeggen waar we heengaan zeggen ze: oh, dan kunnen jullie zo het bos in. We kijken op de kaart en zien dat we zo niet langs de drukte van de pas hoeven. Dus over het spoor en het bos in. Nog steeds flink omhoog, wat een inspanning toch.

 

Ons hoogste punt is 1100 meter, dat is uiteindelijk toch weer 800 omhoog. Dan gaat het eerst een stuk vrij vlak, niet meer zuidwaarts maar oostwaarts naar Hasliberg. Op de weiden wordt heel hard gehooid, vrije dag betekent dat alle familie uit de stad ook mee kan helpen, met de hark, de bladblazer of op de Aebi. En dat in die hitte. Wij lopen nu van boom tot boom voor de schaduw, zeer ruim boven de 30. Gelukkig niet veel haast, maar we zijn bijna steeds in de volle zon. Het water raakt op. Op Hasliberg allemaal toeristen, we hebben twee kamers in een eenvoudig skihotel, alles beton.

 

 

 

Eten daar ook, het is dan nog te warm om in de zon te zitten. Gewoon eten, druk op het terras. Tegen negen uur begint het blazen op de alpenhoorns, het zwaaien met vlaggen en de lampion optocht. Leuk. En dan het Alpengloeien op de hoogte en het vuurwerk bij Meiringen. En de vuren op de bergen. En tenslotte om twee of drie uur in de nacht, want het is veel te warm om te slapen, de vallende sterren.

Nou goed, de hele show dus.

16 km, 6 km langs de weg.