57 van Trino naar Moncalvo

Sacro Monte di Crea

Het klinkt als een flinke vloek, maar het is de laatste van de Piemontese heilige bergen die we tegen zullen komen. Die Sacro Montes zijn in de zestiende eeuw gebouwd in de contra reformatie. Nou ja, best vaak op plekken waar ze al vanaf vroege tijden een heiligdom bovenop de berg hebben gemaakt. We hebben die van Varallo niet bekeken, die van Orta wel.

Voor ons blijft de berg van St. Odilia boven Bar in de Vogezen het kernbegrip van de heilige bergen, met heel erg veel uitzicht op een spectaculaire bergpunt. En 10 kerkdiensten per dag. Daar voelden we ons erg niet-katholiek, maar het was wel een heel speciaal gelegen plek.

 

We moeten eerst een heel eind voor we op die van Crea komen: Trino door, de Po over met uitzicht op de eerste kerncentrale van Italie. (Ze zijn hier allemaal stilgelegd na een volksstemming.) Dat rose-bruine is de smog!

Aan de andere kant van de Po gaat de weg meteen omhoog, dat waren we even niet meer gewend. Het is ook warm. Een heel ander landschap, echt Italie: dorpjes op de toppen en mooie vergezichten.

 

We lopen op en neer, eten dicht bij een beekje. Deze dag zijn de meeste wegen geasfalteerd, maar meestal heel rustig. Dan op naar de heilige berg: echt omhoog, nog eens 200 m stijgen boven het dorp. Het probleem is de warmte, die omzeilen we door over de beboste kam van de heuvel te lopen. Kuifhyacinten, vogelmelk, zeepkruid; mooie bloemen. Veel vogels om ons heen. Boven een plein met een cafe en de kerk. Eerst maar eens naar de kerk. Mooi, oud en niet verpest door barok. Ik ga naar de fresco’s kijken, die half achter het altaar zijn. Frank zit op een bank rustig de atmosfeer te proeven. We nemen ijs met koffie in het cafe en lopen dan verder. Eerst nog de berg een stukje op: we zien de Apennijnen in de verte met sneeuw er op. En heel vaag de Alpen en de bergen richting Ligurie aan zee.

 

Een stukje langs een grotere weg, dan een lange afdaling naar Moncalvo, langs een mooi klein weggetje. Moncalvo ligt weer een heel stuk hoger, wat afgepeigerd komen we met een bocht er binnen: een echte vestingstad. Onze B&B ligt rustig aan de buitenkant van het stadje. Omdat we bijna de enige gasten zijn, krijgen we een heel grote kamer, lekker voor de rustdag van morgen. Eten kunnen we op maandag eigenlijk alleen in 1 restaurant. Daar is het dan ook echt druk, oa met dronken Engelsen. Raar gehoor. Slapen, morgen hoeven we niets.

26 km, vooral rustige wegen