5 Trier naar Kell am See

Hunsrueck met onweer

Van Trier uit de Hunsrueck in. Het is warm, een onweer dreigt. We lopen Trier uit naar het oosten. Eerst door wat buitenwijken met typisch Duitse Mehrfamilienhäuser en dan via een mooi dal omhoog.

Aan het einde stijgen we er steil uit en komen in een villadorpje. Daarlangs, weer wat omlaag naar een dalletje. Dan weer omhoog, via Irsch naar een heuvelrug, waar de stad al ver achter ons blijkt te liggen.

 

Het heet er Galgenkopf. Onder ons ligt Gutweiler, nog een villadorp. Daar lopen we mis: we weten dat we naar beneden moeten naar een oude spoorlijn, maar we letten niet op de uitgezette weg en slaan links waar we rechts hadden moeten gaan. Uiteindelijk komen we op het fietspad dat op de oude spoorlijn loopt, maar welke kant we op moeten? Als we dat eenmaal uitgevonden hebben, hoeven we een paar kilometer alleen het fietspad te volgen. Bij Gusterath is een leuk restaurantje, direct aan het fietspad.

 

Dan echt omhoog, naar het hoogste punt van onze wandeling. Via de gewone weg naar Schöndorf, dan langs een rustiger weg naar Holzerath. We steken wat af door het bos en intussen begint de onweersbui. Het hoost werkelijk, we schuilen onder een overstekend dak. Dan moeten de regenpakken aan en gaan we richting van het Osburger Wald langs een weg die naar een picknickplaats leidt. Intussen gaan we naar de 650 meter, het hoogste punt sinds de Ardennen vlak na Spa.

 

We houden even pauze in het hutje bij de barbecueplek. Even zoeken naar de weg richting van Kell. Net als in de Ardennen is er hierboven een veenmoeras, ook met een knuppelpad. Mooi en geheimzinnig. In de afnemende regen lopen we omlaag door een mooi dal. Lekker dalen, niet te steil. Kell am See is een beetje ouderwetse toeristenplaats, met een Landall Greenpark. Daar komen we in terecht, met wat moeite weten we er weer uit te komen naar ons hotel. Opa en oma doen het werk, het hotel ligt naast een slagerij. De grote eetzaal is dicht, we eten in de gelagkamer waar oma met moeite eten klaarmaakt. Dus moesten we maar biefstuk eten, ik ook. Nou ja, dat is dan wel heel lekker vlees.

28 km, veel wandelpaden