63 van Sasselo naar de Passo Faiello

De zee, de zee

Zondagnacht begint het al te regenen. Het ziet er niet best uit, als we wakker worden is de hele berg in de wolken. We hebben wel erg veel geluk met onze planning, vandaag willen we met de bus naar Genua gaan en niet wandelen.

De bus komt of om 9 uur of om kwart over 9, afhankelijk van het seizoen. Is het al zomerseizoen? Nou, hij komt om bijna half tien. Het is waarschijnlijk een mooie tocht, alleen rijden we helemaal inde wolken tot we bijna bij zee zijn. Om in Genua te komen moeten we naar Savona. Grote kustplaats met een nieuw stationsgebouw. We nemen de kustboemel. Ook de zee is nauwelijks te zien door de wolken, maar bovendien gaat >50 % van de rit door een tunnel. In Genua eerst naar het aquarium. Heel veel bordjes er naar toe, het is DE attractie van Genua. Best veel veranderd na ons vorige bezoek in 2007. Het is een commercieel aquarium, wel mooi, maar erg publieksgericht. Er zijn een aantal dolfijnenbassins die van boven aan de openlucht blootgesteld zijn. Het regent daar steeds harder. Als we uit het aquarium komen giet het werkelijk. We willen nog wat eten maar warm eten kan al niet meer om half drie. Dan maar een lekker broodje. Daarna lopen we, ook door de regen, verkeerd. Moeten terug naar beneden om naar het station te komen. Terug naar Sassello.

Daar is nog steeds niks open behalve het restaurant in ons hotel. Nu geen Secondo, dat valt beter. We kijken niet op wetteronline.de, zien zo ook wel dat het nog niet best is met het weer.

 

De volgende morgen is er geen berg te zien. Dat is niet te best, want we gaan de berg op en lopen een stuk redelijk dicht bij de steile kust. Eerst maar eens even goed ontbijten en even wachten. De regen wordt wat minder, de belofte is dat het in de middag helder zal zijn.

Dus we gaan op pad. We kopen brood, kaas, koekjes en fruit voor twee dagen. De chocolade is nog altijd niet op. De waterflessen zijn vol, we kunnen op pad. Eerst onze weg door het dorp zoeken, zoals gebruikelijk brengen de wegwijzers naar de begraafplaats uitkomst: als je die niet bij het aankomen bent gepasseerd, dan kom je hem bij het verlaten tegen.

Dit is een bijzondere begraafplaats: ook Chiara Badano ligt daar, een meiske uit Sassello dat nog geen 20 jaar geleden overleed en nu al zalig is verklaard. Ze was met haar ouders lid van een sociaal bewogen groep, Focolare, onder inspiratie van Chiara Lubich. Deze jonge Chiara kreeg botkanker, behield haar sterke geloof tot ze overleed. Voor ons klinkt dat toch als heel ver weg in de oren: niet dat zij dat geloof had, wel dat je daar zalig voor zou moeten worden verklaard. Zou het haar ouders hebben geholpen? Zou ze dat zelf hebben gewild?

 

Voorbij de begraafplaats is het dorpje ten einde. Er staan nu eens wegwijzers. Omhoog door het natte bos. Eerst langs een soort fort: hier lag de grens tussen Liguria en Piemonte in de praktijk, zwaarbevochten bij tijd en wijle. Dan over een grotendeels goed pad omhoog. Weinig uitzicht, heel veel stroompjes. Soms gaat het flink omhoog, we moeten 800 meter hoogteverschil halen. Maar de conditie is er wel. Pas ver na 12 uur zijn we op een plek om te lunchen: de eerste open plek met wat zicht. Prachtige vlierorchissen, van beige naar donkerpaars met allerlei sjieke kleurvariaties. De orchidee is een soort in ontwikkeling, zegt de Franse bloemenwebsite. Raar, want het is toch een plant met best speciale eisen, die vaak zeldzaam is. Nu op naar de Alta Via, nog ongeveer 200 m hoger. Het pad begint vlakker te worden en de bekende ellende van de hoogvlakte begint: moerassen. Op de weg heel veel plassen, dus naar links en naar rechts en over stenen stappen om de beste plek te vinden en geen enkels te verstuiken. Om half drie zien we de zee! Nou ja, die hadden we gisteren ook al gezien, maar nu van boven. En ook de Alpen en de Apennijnen. Goed zicht, moeilijk fotograferen, want alles is zo ver weg. Wat kunnen je ogen toch veel met het accomoderen. Frank zegt: we zijn nog niet van Pieterburen naar de Sint Pieter, maar wel bijna van Groningen naar Genua. We zijn heel blij met onze keuze voor deze route, het is toch een enorme kick om naar de Middellandse Zee te zijn gelopen, waar Frank zoveel vakanties als kind met de auto naar toe is gereden.

 

Even verder vinden we uitgebloeide hondstand, dan bloeiende hondstand. En narcis en scylla. Velden vol. Het gras is ertussen nog dor, dat maakt de felle bloemkleuren mooier.

 

We lopen verder naar Monte Beigua, daar een stukje asfaltweg. Hier wordt het natuurgebied even onderbroken voor een heel stel zendmasten. Kun je je voorstellen want het is heel effectief, bederft het hoogste punt van dit natuurgebied wel danig. Wij vinden het wel even best om de asfaltweg te volgen. Bij Monte Rotondo bellen we ons hotel: zijn ze er wel? Anders staan we daar tegen half acht en moeten dan naar beneden… Nee hoor, ze zijn er en als we wat later zijn, geen probleem.

Dus verder op de Alta Via. Er is kennelijk iets gepland, op veel plekken staan stokken met rood-witte plastic linten. Marathon? Eerst is de weg een stuk geplaveid en we genieten van het uitzicht op de zee met Genua in de verte. Dan wordt het weer klauteren tussen alle rotsblokken en het water. We denken dat het pad normaal goed te lopen is, maar er staat nu veel onder water. Bij Pian di Lerca, de leeuweriken-vlakte, staat een aankondiging dat er inderdaad een speciale tocht is en of je alsjeblieft de lintjes wil laten hangen. Hier en daar heeft de vlakte wat van de duinvalleien van de waddeneilanden, rare associatie: de lucht, de kleur van het gras, misschien toch de geur van de zee en inderdaad de leeuweriken.

 

Dan gaan we naar links, van de kam weg, samen met de Alta Via. Ons hotel ligt aan het pad, als we er aankomen, zijn we toch wel moe. Later schat ik dat we in totaal ruim 1300 meter geklommen hebben, de routeplanner geeft 1250 m aan. Er staan mensen buiten in de groentetuin te werken, die ons welkom heten. Eigenlijk hebben we er helemaal niet zo lang over gedaan: van half elf tot half acht. Onze knieen zeggen wel dat het nu genoeg is.

Douchen, een heleboel simpel maar heerlijk eten met de wijn die erbij hoort. Slapen in de stilte, raam open, geen maan maar wel sterren.

22 km, alleen wandelpaden, prachtig