46 Riale naar Premia

Van de Walsers naar de Italianen

Het is ’s morgens nog steeds bewolkt. Na ons ontbijt zoeken we de weg aan de andere kant van het beekje. We gaan nog verder dalen, je kunt de weg niet echt kwijtraken. Na een paar kilometer komen we bij een waterval met een aan-uit knop: alleen in de zomer wordt er overdag water langs geloosd, anders gaat alles langs de waterkrachtcentrale.

Hij staat aan, dat is mooi. We lopen langs de waterval steil naar beneden en gaan weer aan de andere kant van de beek lopen. Nog een stukje verder komen we met wat bochten in Ponte. Dit is het laatste Duitse Walserdorp, we vinden nog een aantal houten huizen. Drinken koffie en kopen wat voor de lunch.

De lucht is betrokken, we lopen in een steeds dieper dal. Niet veel verkeer in het dal, voor het grootste deel lopen we aan de rustige kant van de rivier. Na nog een paar kilometer komen we bij de eerste echt Italiaanse stenen huizen. Dat is bij een plek waar het dal opnieuw afgesloten is geweest door een steenlawine, maar er is geen waterval meer. Wel een flinke afdaling. De auto’s gaan nu door een tunnel, dus wij kunnen de rustige oude weg nemen. Langs de beek enorme rotsblokken. Die worden hier ook nog gemaakt: overal zijn kranen bij steengroeves.

 

Om de zoveel tijd hoor je een knal. Ze halen hier de graniet voor de stoepranden van heel Europa, lijkt het wel. Veel andere economische aktiviteit is er niet. Voor het grootste deel langs de overkant, maar soms ook langs de rustige weg, komen we in Premia. Daar hebben we een kamer gereserveerd in een jaren 60- hotel. Er zijn een aantal vaste gasten, oudere families. En dan wij. Rare eenden in de bijt. We eten lekker, ouderwets Italiaans. Morgen gaan we langs een aantal spannende punten naar Domodossola, oa langs een soort doolhof van rotsen.

24 km, 15 km weg