39 Salwideli naar Giswil

Een bloemenzee

Vandaag lopen we iets te ver noordwaarts, de Brienzer Rothorn zit ons dwars, de Transsuisse loopt daar omheen. Je kunt ook vlak bij de top doorsteken, maar dat duurt waarschijnlijk langer. Eerst langs de hoge weiden van het natuurgebied Salwideli. Zo iets moois hebben we nog niet vaak gezien. Een overdonderende bloemenzee, met de Moor-Enzian als dwaas hoogtepunt met haar paarse streepjes. Zwervend over deze vlakte genieten we een uur en dalen dan langs de kabelbaan af naar Soerenberg.

 

We zijn nu midden in de Alpen beland. Prachtige vergezichten, schitterende bloemen en overal tussen de koeien door. Dan staat er een waarschuwing: moederkoeien met jongen. Ja, dat zal wel, maar ook met stieren. Ze liggen toevallig midden op ons pad. We dalen maar even naar de onderkant van het weiland, lopen daar langs en gaan dan weer omhoog, die stier met koe met kalf laten we maar even met rust. We lezen later dat bijna die dag een Nederlandse familie wel schade heeft overgehouden aan niet omlopen: moeder zwaargewond. Links, rechts, wat omhoog, wat omlaag komen we aan de pas boven Giswil. Nu moeten we parallel aan de Panoramaweg 1000 m omlaag. De Transsuise volgt niet de route van mijn oudere boekje, die zo te zien toch nog wel bestaat. We besluiten toch onze weg te nemen en snappen dan waarom de Transsuise omloopt: een aardverschuiving. We kunnen er nog wel langs, ik ben altijd de benauwdste, Nieske en Frank zijn niet snel bang.

 

Daarna is het weer een mooie vlakke verbinding. De alternative route stijgt nog 150 m hoger, is wel veiliger, maar je daalt het er allemaal bij. Want het wordt zeer lang dalen. Niet enorm steil, maar aldoor maar door. We dalen de warmte in en komen op een morenenvlakte, waar het dorpje Giswil al sinds 1500 stand houdt. Letterlijk, want even verderop zien Nieske en ik, als we voor het avondeten nog even rondlopen, huizen en schuren uit 1500 en verderop een steenwoestenij waar de rivier stroomt. Mooi, maar statisch. We eten buiten, met prachtig uitzicht op het meer van Sarnen. Er komt weer een bus met Chinezen aan. Dit hotel heeft het leuker geregeld: Er is plek voor de eendagsgasten om buiten te zitten, en een oude bar waar je bier kunt drinken. Nieske heeft een niet zo grote kamer met mooi zicht, Frank en ik een grote kamer, met de zon tot laat op ons raam. Warm slapen.

 

De dag erna hebben we rustdag, gaan naar Giswil en met de trein naar Brienz. Niet zo’n leuk dorp en bovendien geen opticien. Wel een nieuwe Tshirt. Terug in Giswil hangen we wat rond. Het is 31 juli, weer is het bijna 1 augustus, nationale feestdag. We eten weer in het hotel, het is buiten winderig, maar mooi en we genieten van wat afkoeling. Een volgende bus met Chinezen komt er aan.

20 km, wandelpaden alleen de afdaling gaat deels over de asfaltweg.